Kracht gebruiken: Brainstorm/Tableau

Sterke punten

Groepsleden kunnen herkennen hoe macht permanent gebruikt wordt door ieder van hen en zien visueel de impact van machtsgebruik. Tijdens de discussie werken de deelnemers samen en verbeteren ze elkaars ideeën en acties.

Verlegen groepsleden hoeven niet actief een ‘rol’ te spelen in de momentopname, maar worden betrokken door de expressie die het rollenspel op hen uitoefent.

Zwakke punten

Het kan zijn dat deelnemers niet echt een mening hebben over een onderwerp. In dat geval moet de facilitator worden voorzien van enkele voorbeelden van machtsgebruik.

Doel

Groepsleden erkennen dat elke actie een impact heeft op de omgeving en dat macht op elk moment aanwezig is en positief gebruikt kan worden.

Doelstellingen

  • De groep helpen benaderingen van machtsgebruik te herkennen en te definiëren die van bijzonder belang zijn voor geweldloze actie.

Materialen

  • Flip-over en pen
  • Eventueel een camera om een momentopname te maken
  • Tijd: 15-30 minuten

Procedure

Deel 1: Definities en brainstormen.

De begeleider vraagt de groep waar ze als eerste aan denken als ze het woord ‘macht’ horen. Vraag de groep om een paar snelle antwoorden.

De facilitator kan dan uitleggen dat we allemaal macht gebruiken; wat belangrijk is, is ‘hoe’ we het gebruiken. Sommigen gebruiken misschien ‘Macht-Over’- Macht die gebruikt wordt om overheersing of controle over anderen te krijgen of te behouden.

Schrijf die term op het bord/papier en vraag de groep om voorbeelden te bedenken. Geef ruimte voor discussie.

Vraag de groep vervolgens wat een alternatieve manier van machtsgebruik zou kunnen zijn. Sommigen hebben misschien gehoord van ‘Macht-met’ – macht die collectief of coöperatief wordt gebruikt als een groep van gelijken. Schrijf die term ook op en laat de groep brainstormen over voorbeelden van macht-met.

Deel 2: Machtstaferelen

Kleine groepjes van 3-4. Kies een van de scenario’s van macht-over die werd opgesomd en maak als groep een ‘momentopname’ (een freeze-frame dat dat op de een of andere manier weergeeft). Vraag de deelnemers op te merken hoe ze zich voelen in hun ‘rol’.

Eén groep tegelijk komt uit de momentopname en kijkt even de ruimte rond – let op uitdrukkingen, lichaamstaal, enz. Herhaal dit voor Macht-met en Macht-van als de tijd het toelaat.

Bespreek en verduidelijk vervolgens de gevolgen van het gebruik van macht. Controleer altijd zorgvuldig of iedereen in de groep de twee termen en het verschil ertussen heeft begrepen. Geef tijd voor vragen, opmerkingen en discussie.

Leer elkaar kennen: Iedereen is een leugenaar (Twee waarheden en een leugen)

Sterke punten

Nuttig en leuk om een vergadering te beginnen of na een pauze in een groep waar deelnemers elkaar niet kennen of niet veel van elkaar weten.

Zwakke punten

Individuen die niet houden van het idee van “liegen” kunnen het hier moeilijk mee hebben.

Doel

Iedereen helpen om namen en persoonlijke/professionele informatie te leren.

Doelstellingen

  • IJsbreker door de mogelijkheid om verhalen te verzinnen

Materialen

  • Eventueel flip-over en pen
  • Tijd: 10-15 minuten

Procedure

De begeleider schrijft drie uitspraken op het bord. Twee uitspraken zijn waar en één is een leugen. Voorbeeld

  • Ik geef al 10 jaar les.
  • Ik heb een kat die “Mini” heet.
  • Ik heb een jaar in Rome gewoond.

Nodig de deelnemers uit om “leugendetector”-vragen te stellen om informatie te krijgen om te bepalen welke uitspraak onwaar is. Bijvoorbeeld:

  • Lesgeven – Waar heb je lesgegeven? Wat heb je onderwezen? In welk jaar ben je begonnen?
  • Huisdier – Hoe oud is Mini? Wat eet Mini? Waar houd je Mini?
  • Rome – Waar woonde je in Rome? Welke taal werd er gesproken in Rome?

Deelnemers stemmen welke uitspraak een leugen is. Onthul welke uitspraken waar zijn en welke leugens.

Plaats de deelnemers in kleine groepen (3 of 4 werkt goed). Kleine groepjes herhalen stap 1 – 3, individuen schrijven eerst hun waarheid en leugen op papier, delen die dan één voor één uit terwijl anderen vragen stellen, stemmen over welke uitspraak een leugen is.

Laat de deelnemers elkaar voorstellen aan de grote groep.

Verbeeld je de toekomst: Doelen stellen

Sterke punten
Als je een vaste groep hebt die zich identificeert met dezelfde idealen en iets wil veranderen in hun omgeving of een campagne wil starten, is de sessie perfect ontworpen om de actie en de procedure te specificeren. Verder kan het gebruikt worden om elke individuele deelnemer aan te moedigen om na te denken over zijn eigen toekomstige doelen en de oefening uit te voeren door de deelnemers te koppelen en in deze groepen de doelen en werkwijze van elk individu te bespreken.

Zwakke punten

Het gestelde doel kan te hoog lijken voor de deelnemers.

Doel

Doelen ontwikkelen, inclusief doelen op korte en middellange termijn en tegelijkertijd potentiële gevaren herkennen en hoe deze te vermijden.

Doelstellingen

  • Een idee geven van wat de doelen op korte en middellange termijn voor een campagne zouden kunnen zijn.
  • Stappen ontwikkelen om daar te komen

Materialen

  • Geen speciale voorbereiding
  • Tijd: 5-10 minuten

Procedure

Om de toekomst te ‘verbeelden’ begin je met het plaatsen van een visie die de groep deelt bovenaan een stuk flip-over papier. Schrijf daaronder de doelen waarvan de groep denkt dat ze bereikt moeten worden om die visie werkelijkheid te laten worden. Vraag de groep om één van de doelen te kiezen waar ze het beste naartoe kunnen werken en een datum in de toekomst te prikken waarop dat doel bereikt kan worden. Moedig de groep aan om zich voor te stellen dat ze zich al in dat jaar bevinden; hun visie is vervuld!

Stel de vraag: aan welke voorwaarden moest worden voldaan om het doel werkelijkheid te laten worden? Welke veranderingen moesten er plaatsvinden? Hoe veranderden de houding en het gedrag van mensen? Waren er veranderingen in het overheidsbeleid of in andere instellingen? Wanneer vonden deze veranderingen plaats?

Zet de belangrijke veranderingen op het papier, begin bij het doel en werk terug van het doel (toekomst) naar waar je nu bent (het heden). Als je eenmaal een compleet beeld hebt, helemaal van het doel van de campagne tot het huidige moment, kan het handig zijn om de veranderingen die je moet bereiken te prioriteren.

Je zou een tabel kunnen gebruiken van het cijfer 4 (voldoende) tot 0 (irrelevant/neutraal). Veranderingen die irrelevant zijn, moeten uit de tabel worden verwijderd. Daarnaast kun je veranderingen toevoegen die een bedreiging vormen voor de visie of het campagnedoel en die vermeden moeten worden. Dit kan helpen om je bewust te worden van gevaren voor je strategie. Stimuleer reflectie op elke verandering, waarbij je verder van het doel teruggaat naar de huidige situatie.>.

Van activiteit naar discussie

Sterke punten

Goed geschikt als voorbereiding op verdere discussie over conflicten.

Zwakke punten

Sessie geschikt voor rustige, aandachtige sfeer. Niet geschikt voor energieke groepsdynamiek.

Doelstellingen

  • Deelnemers bewust maken van alledaagse communicatie en geschikte manieren om positief te communiceren.
  • Tijdens de opdracht moeten deelnemers een consensus vinden en respectvol discussiëren

Materialen

  • Notitiemateriaal voor deelnemers
  • Tijd: 20-30 minuten, afhankelijk van het aantal groepen

Procedure

De opdracht: Schrijf vijf punten op die een goed conflict kenmerken. Als deelnemers geen persoonlijke ervaring hebben met een goed conflict, denk dan hypothetisch.

Vraag de deelnemers om het tegenovergestelde van de eerste vijf punten te herschrijven.

Verdeel de deelnemers in kleine groepjes en vraag hen te kiezen welke drie punten volgens hen de grootste problemen in conflicten zijn.

De groep kan vervolgens brainstormen over hoe een destructief conflictmanagement kan worden omgezet in constructief conflictmanagement rond de punten die ze hebben gekozen.

Presenteer de bevindingen in de hele groep.

Spectrum en Kruisspectrum (ook bekend als Barometer)

Sterke punten

Groepsleden kunnen evalueren hoe verschillende meningen ontstaan en krijgen begrip voor elkaar. Tegelijkertijd beslissen de deelnemers samen wat een actie gewelddadig of geweldloos maakt.

Zwakke punten

Standpunten van deelnemers kunnen sterk verschillen, waardoor er ruimte nodig is voor evaluatie.

Doel

Test of illustreer de breedte van meningen binnen een groep en bepaal wat een effectieve actie maakt.

Doelstellingen

  • Testen of ontwikkelen van specifieke voorstellen voor effectieve geweldloze actie waar de groep het over eens kan zijn.
  • Identificeren wat geweldloosheid is en waarom het gebruikt zou moeten worden.
  • Onderzoeken van redenen of ervaringen voor meningen van groepsleden

Materialen

  • Touw, lint of afplaktape, groot genoeg om een raster te maken waar de groep op kan staan
  • Papier en pen
  • Tijd: 45 minuten

Procedure

Bepaal een ruimte waar de groepsleden zichzelf langs een lijn kunnen plaatsen. De twee uiteinden van de lijn staan voor tegenpolen: eens, oneens, ‘ik zou wel/niet’. Presenteer een duidelijke stelling of scenario en vraag mensen om op een plek op het spectrum te gaan staan die weergeeft hoe ze erover denken.

Maak duidelijk dat er geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden zijn, alleen verschillende meningen, en dat het belangrijk is om naar elkaar te luisteren en elkaars perspectieven proberen te begrijpen. Moedig aan om te zeggen ‘Ik denk dat…’ of ‘Ik voel dat…’. Iedereen moet voor zichzelf spreken.

Vraag de deelnemers uit te leggen waarom ze staan waar ze staan; moedig korte, bondige antwoorden aan. Als de groep groot is, nodig deelnemers dan uit om met de mensen in hun omgeving te bespreken waarom ze hebben gekozen om te staan waar ze staan; dit helpt iedereen om deel te nemen en hun standpunt te verwoorden, zelfs als er geen tijd is om iedereen in de hele groep te horen.

Variatie: ‘Kruisspectrum’: in feite twee spectrums op verschillende assen.

Mogelijk: labelen van uiteinden ‘gewelddadig/niet-gewelddadig’ en ‘effectief/ineffectief’.

Doorloop een reeks actiescenario’s; deelnemers moeten beslissen in welke mate zij een actie gewelddadig/niet-gewelddadig vinden, enz. Vraag de deelnemers om aan te geven waarom ze hun standpunt hebben bepaald. Gebruik voorbeelden die controversieel kunnen zijn.

De deelnemers kunnen in de verleiding komen om meteen in discussie te gaan nadat de eerste persoon heeft uitgelegd waarom hij of zij staat waar hij of zij staat. Als dit gebeurt, vraag de deelnemers dan om de zin “Ik sta hier omdat…” af te maken.